Kan je weten hoe J. S. Bach zijn muziek heeft bedoeld? [serie Klassieke muziek interpreteren]

Categorieën: Klassieke muziekPublished On: 8 juli 202115 min lezenViews: 4813

Als ik 10 minuten met Johann Sebastian Bach (1685-1750) zou kunnen praten, zou ik hem gelijk opnames laten horen van zijn muziek. Uitgevoerd door de allerbeste muzikanten en muziekwetenschappers van onze tijd. Mijn vraag zou dan zijn: Wat vind je van hoe jouw muziek gespeeld wordt?

Misschien krijg je wel het antwoord dat Ton Koopman hoopt te horen. Hij is één van de grootste Bach-specialisten ter wereld. En met meer dan een halve eeuw ervaring. In een interview zegt hij: “Ik denk dat ik op 30, hoogstens 40 procent zit. Ik zou al blij zijn, mocht Bach ooit een uitvoering van me horen, dat hij zou zeggen: ‘Jongen, je zit aardig in de buurt.’”

Iedere muzikant wil natuurlijk graag weten hoe Bach zijn eigen muziek heeft bedoeld. De noten op papier geven je wel wat informatie. Maar voor een vollediger begrip moet je ook de historische tekstbronnen induiken. Vervolgens je bevindingen in de praktijk testen op je instrument.

Dat is waar de Historically Informed Performance (HIP) zich al decennia lang mee bezighoudt. In mijn tweede blog ‘Introductie tot de historische uitvoeringspraktijk’ heb ik je daar al voldoende over verteld. Je weet nu dat binnen de HIP steeds 4 kernvragen terugkeren (Koopman 2008).

In dit vijfde blog van mijn serie ‘Klassieke muziek interpreteren‘ zoom ik in op de eerste kernvraag. Die luidt: Wat waren de bedoelingen van de componist? Dat is een vraag naar ‘auteursintenties’. Oftewel hoe Bach zijn muziek, bladmuziek en instrumentenkeuze heeft ‘bedoeld’. Met antwoorden op die vraag hoop je dichterbij een ‘accurate’ uitvoering te komen.

Maar is de poging om Bachs intentie te achterhalen zinvol? Hoe doe je dat? En waar loop je tegenaan als je die vraag wilt beantwoorden? Daar leg ik je alles over uit.

Heb je vragen? Voel je vrij om onderaan een reactie te plaatsen!

Wat waren de bedoelingen van de componist?

Deze vraag is onderdeel van een complex muziekfilosofisch vraagstuk. Met uiteenlopende visies. De een vindt de poging om de vraag vanuit historisch onderzoek te beantwoorden compleet zinloos. Elke interpretatie van Bach is vooral een reflectie van je eigen aannames en vooroordelen. De ander neemt aan dat je vanuit een goed onderzoek met onfeilbare zekerheid kan concluderen: ‘Dit is wat Bach bedoelde’. Beide posities vind ik wat extreem.

De eerste visie kan leiden tot een compleet relativistische situatie van ‘doe maar wat je goed dunkt’. Alsof je niets kunt weten over hoe je muziek uit Bachs tijd moet uitvoeren volgens de eigen maatstaven. De tweede visie is veel te stellig en definitief. Haast blind voor de onoverkomelijke grenzen en problemen die in muziekwetenschappelijke en historische onderzoeken bestaan.

Maar deze twee extreme posities hoeven niet de boventoon te voeren. De waarheid ligt ergens in het midden. In dit blog geef ik je meer zicht op deze discussie.

J. S. Bach (bron: Photos.com/Getty Images)

3 problemen voor het achterhalen van J. S. Bachs bedoelingen

Om deze discussie beter te begrijpen bespreek ik 3 problemen en 3 nuanceringen. Ieder probleem met zijn nuancering biedt op zichzelf materiaal voor een dik boek. Daarom toont mijn blog slechts een tipje van de sluier. En zeker geen sluitende antwoorden. Maar wél wat stof tot nadenken.

Probleem 1: Geen toegang tot Bachs intenties

“Je kan Bach niet interviewen over hoe hij iets heeft bedoeld.”

Je kan betwisten of het nodig is om de intentie van Bach te kennen om zijn werk te kunnen begrijpen. Een ‘auteur’ hoeft niet de baas te zijn over hoe zijn/haar ‘tekst’ opgevat moet worden. Jij zou dat ook vanuit je eigen (smaak)voorkeuren kunnen bepalen.

Deze uitvoerige discussie sla ik even over. Laten we aannemen dat Bachs bedoelingen ertoe doen voor het interpreteren van zijn muziekstuk.

Dan loop je tegen één overduidelijk probleem aan: We hebben géén directe toegang tot Bachs intenties. Je kan Bach niet interviewen over hoe hij iets heeft bedoeld. Hij is dood. Je kan uiteindelijk alleen maar historische tekstbronnen ‘interpreteren’. En dat doe je vanuit jouw eigen gekleurde bril. Vanuit jouw referentiekader. Jouw ‘horizon’. Met allerlei aannames, ideeën, waarden en overtuigingen die je nooit volledig tussen haakjes kunt zetten.

Dus ben je in je Bach-onderzoek niet vooral je eigen aannames aan het ontdekken?

Probleem 2: Geen handboeken van Bach

“Bach did not, it is true, occupy himself with deep theoretical speculations on music.”

– C. P. E. Bach

Naast het ‘intentie-probleem’ bestaat het gebrek aan bronnen. We hebben niet veel bronnen van Bach zelf. Zeker geen traktaten of handboeken (Marshall 1989, 255). Waarom? Geen idee. Misschien omdat Bach geen tijd had. Of misschien omdat hij zo’n systematisch overzicht zinloos vond.

Zijn zoon Carl P. E. Bach schrijft immers in een brief naar J. S. Bachs biograaf J. N. Forkel: “With his many activities he hardly had time for the most necessary correspondence, and accordingly would not indulge in lengthy written exchanges.” (NBR V, nr. 395).

En in Bachs obituarium schrijft hij: “Bach did not, it is true, occupy himself with deep theoretical speculations on music, but was all the stronger in the practice of the art.” (NBR III, nr. 306).

Het is op zichzelf al moeilijk om iemands bedoeling te begrijpen vanuit een concrete tekst. Zonder dat je de persoon in real life spreekt. Een gebrek aan bronnen maakt die taak vrijwel onmogelijk.

C. P. E. Bach (bron: Wikimedia Commons)

Probleem 3: Interpreteren van bronnen van Bachs tijdgenoten

“Vanuit de opvattingen van tijdgenoten trekken we conclusies over Bach zelf. Die interpretatie-werkwijze is natuurlijk niet zonder problemen.”

Als je geen bronnen van Bach zelf hebt, dan moet je bronnen van anderen gebruiken. Vaak moeten we het doen met documenten van tijdgenoten van Bach. En vanuit de opvattingen van tijdgenoten trekken we conclusies over Bach zelf. Die interpretatie-werkwijze is natuurlijk niet zonder problemen.

Stel dat je wilt weten wat Bach met de tempo-aanduiding ‘allegro’ bedoelt. Meestal gaat de redenering van onderzoekers dan zo: ‘We hebben een traktaat X van een belangrijke tijdgenoot Y. Hij/zij zegt dat allegro dit of dat kan betekenen. Dus Bach moet allegro ook zo hebben bedoeld.’

Je voelt zelf al wel aan hoeveel aannames dit soort conclusies bevatten. Bach kan namelijk aan een gangbaar woord zijn eigen unieke betekenis geven. En dan ga je toch de mist in als je vanuit visies van tijdgenoten vertrekt.

En dan ga ik er even vanuit dat we goed weten wat die tijdgenoot Y bedoelt. Want je moet ook die ‘bron’ eerst interpreteren. En dan loop je tegen dezelfde problemen aan. Uiteindelijk heb je een stapel van interpretaties op interpretaties.

De tekst gaat hieronder verder…

Jazz Piano Online Cursus

Op je eigen tijd en tempo

Praktijk én theorie in één!

Hoe kan je omgaan met het auteursintentie-probleem in Bach-onderzoek?

Bovenstaande problemen kan je niet zomaar opzij schuiven. Je moet er wat mee. En met veel punten ben ik het zelf ook eens. Maar welke stellige conclusie je vervolgens eruit kan trekken, is nog een open vraag.

De problemen zijn niet volledig op te lossen. Maar enige nuancering is wel mogelijk.

Nuancering 1: We hebben bronnen van J. S. Bach die belangrijke informatie bieden

Eerst maar een kleine nuance. Het is niet zo dat we helemaal géén bronnen van Bach zelf hebben. We hebben manuscripten en tekstbronnen. En die bronnen leveren belangrijke informatie voor de uitvoeringspraktijk.

Autografen van J. S. Bachs bladmuziek

“Een kunstwerk zegt op zichzelf iets over de maker.”

We hebben allereerst een aantal oorspronkelijke manuscripten van Bachs bladmuziek. De zogeheten ‘autografen’. Die zijn dus door Bach zélf geschreven. Vanuit muziekstukken krijg je goed zicht op hoe Bach muziek componeert. Zijn stijl, instrumentenkeuze, genres, bouwstenen voor melodie en harmonie, improvisatie, versieringen, waar hij bogen plaatst, enzovoorts.

Een kunstwerk zegt op zichzelf iets over de maker. Uiteraard heb je meer aanvullende informatie nodig voor een beter begrip. Maar de muziekstukken zelf moeten we zeker niet onderwaarderen. Het blijven primaire bronnen voor onderzoek.

Tip: je kan Bachs manuscripten (autografen) online bekijken.

Manuscript van Bachs ‘Inventie nr. 3’ (met bogen)

Documenten van J.S. Bach

Daarnaast hebben we wat aanvullende tekstdocumenten van Bach zelf. Zoals korte brieven, inleidingen op muziekstukken, testimonials voor andere muzikanten, afschriften, inboedeloverzichten, enzovoorts.

Tip: een standaardwerk waarin ál die bronnen zijn gebundeld is The New Bach Reader (NBR). Zeker een aanrader om te lezen!

Misschien denk je: ‘inboedeloverzichten’? Wat heb je daaraan? Inboedeloverzichten zijn ontzettend belangrijk. Je weet daardoor welke specifieke instrumenten Bach bezat. Kennis over zijn instrumenten geeft je belangrijke informatie over uitvoeringsmogelijkheden.

Bijvoorbeeld hoe luid of zacht een instrument gaat. Met die kennis kan je beter de volumemarges bepalen. Ook weet je welke speelwijzen (articulaties zoals legato en staccato) mogelijk zijn. Of hoe lang een toon doorklinkt ná aanslaan en allerlei andere eigenschappen van het geluid. Die kennis is bepalend voor je interpretatie.

Bach schrijft soms in brieven ook wel eens over bezettingen voor een stuk (NBR II, nr. 151). Daardoor weet je hoeveel muzikanten hij in een orkest heeft voor de stukken die hij componeerde. Of dat het mannen, vrouwen, jongens of meisjes moeten zijn. Of hoe je instrumentalisten en vocalisten moet indelen en plaatsen op het podium.

Kanttekening

Het is waar dat die bronnen niet in overvloed zijn. En vanuit die bronnen kun je ook maar beperkte conclusies trekken.

Dat Bach een bepaalde orkestbezetting heeft gebruikt zegt niets definitief over zijn eigen wensen. Hij moest soms ook gewoon roeien met de riemen die hij had. Misschien wilde hij wel meer muzikanten. Of betere muzikanten zodat hij moeilijkere partijen kon schrijven. In zijn memorandum van 1730 sprak Bach zijn ergernis uit over de kwaliteiten en beperkingen van zijn muzikanten en vocalisten (Marshall 1989, 232).

Bachs memorandum uit 1730 (bron: NBR II, nr. 151)

Nuancering 2: Je ‘bias’ is geen gevangenis

“De horizon van de onderzoeker beïnvloedt weliswaar de antwoorden die hij/zij vergaart. Maar de antwoorden beïnvloeden ook de horizon van de onderzoeker.”

Uiteraard zijn we niet onbevangen wanneer we Bachs muziek of literatuur bestuderen. We doen dat vanuit ons referentiekader. Onze gekleurde bril. Je kan dat ook wel onze ‘horizon’ noemen. Jouw horizon zit vol waarden en overtuigingen. Die kleuren diepgaand jouw interpretatie van de wereld. Je bent vooringenomen. In technisch jargon noem je dat ‘biased’.

Maar je ‘bias’ is geen gevangenis. Je horizon is niet statisch, maar dynamisch. De horizon van de onderzoeker beïnvloedt weliswaar de antwoorden die hij/zij vergaart. Maar de antwoorden beïnvloeden ook de horizon van de onderzoeker. Het is een wisselwerking. Een ‘dialogisch proces’. Je horizon kan verruimd worden. Hoe weet je dat?

Horizonsverruiming

Omdat die ‘horizonsverruiming’ telkens gebeurt wanneer we nieuwe dingen leren. Elke keer dat we onze kennis aanpassen als gevolg van onze interpretatie van de tekst tonen we aan dat dit interpretatieproces ‘objectieve’ grenzen stelt. Anders zou er zich geen verandering in je denken voordoen. Je zou dan voor altijd vastzitten in je bias. Continue aan het vissen uit je eigen poel van ideeën. Maar dat is niet zo.

Ook wetenschappelijk onderzoek toont dit aan. Je kunt jouw ‘bias’ radicaal aanpassen wanneer je spreekt met andersdenkenden (Mercier & Sperber, 2011; Mercier 2017, 109-110).

Dus horizonsverruiming is mogelijk. En dat betekent: HIP-onderzoek heeft zin!

De tekst gaat hieronder verder…

Pop Piano Online Cursus

Alle akkoorden, theorie & toepassing

Leer vrijer spelen over akkoorden!

Beginners & gevorderden

Nuancering 3: J. S. Bach is net als iedereen een product van zijn tijd

Een eerder genoemd probleem is dat veel redeneringen over Bachs bedoelingen als volgt gaan: ‘We hebben een traktaat X van een belangrijke tijdgenoot Y. Hij/zij zegt dat allegro dit of dat kan betekenen. Dus Bach moet allegro ook zo hebben bedoeld.’

Die gedachtegang of interpretatie-werkwijze biedt overduidelijk geen absolute zekerheden. Maar dat wil niet zeggen dat die werkwijze onredelijk of ongegrond is. Sterker nog: ik vind die werkwijze redelijk én gegrond. Het is een standaard methodische vooronderstelling in historisch en tekstwetenschappelijk onderzoek. Waarom?

Bach is een product van zijn tijd

Bach is (groten)deels een product van zijn tijd en ‘gemeenschap’. Hij maakt gebruik van gangbare begrippen en ideeën. Hij vertrekt vanuit gemeenschappelijke waarden en overtuigingen. En dat is goed nieuws. Als je daarvan meer kennis hebt, krijg je een completer beeld van Bach.

Ook zonder Bachs eigen woorden kom je een eind. We weten allemaal dat anderen ons soms beter kunnen uitleggen wat we bedoelen dan wij zelf. Omdat ze misschien beter zijn in het treffend onder woorden brengen van iets. Of omdat ze jou objectiever en scherper waarnemen.

Ook zijn we niet op elk vlak altijd uniek. Grotendeels volg je – meestal ondoordacht – de opvattingen van jouw tijd. Misschien geen leuk nieuws voor mensen die volledig authentiek willen zijn. Maar wel goed nieuws voor historisch onderzoek.

De waarde van HIP-onderzoeken naar Bachs muziek

Als Bach (groten)deels een product van zijn tijd is, heeft dit soort bronnenonderzoek grote waarde. Je kan via bronnenonderzoek achterhalen wat bijvoorbeeld de gangbare betekenissen van begrippen in Bachs tijd waren. Bijvoorbeeld via woordenboeken, lexicons, brieven en handboeken uit die tijd. En dat geldt ook voor waarden, overtuigingen, smaakopvattingen, enzovoorts.

Natuurlijk kan Bach een woord of symbool (muzieknoten e.d.) op zijn eigen unieke manier gebruiken. Maar zoals dat voor ieder mens geldt: dat is meer uitzondering dan norm.

Mensen communiceren met elkaar omdat ze verwachten dat wat ze uitdrukken adequaat begrepen zal worden door de ontvangers. Over het algemeen communiceren wij via de gangbare betekenissen van onze tijd. Anders zou je nooit je boodschap ‘begrijpelijk’ kunnen overbrengen aan anderen. Communicatie met anderen zou dan compleet onmogelijk worden.

J. G. Walthers Musikalisches Lexikon, 1732 (bron: Amazon.com)

Kanttekening

Uiteraard is deze visie ook weer een aanname. Maar wél een ‘redelijke’ aanname.

Bach heeft namelijk zoals de meeste mensen de intentie om zijn boodschap begrijpelijk aan anderen over te brengen. En zolang je geen tegenbewijs hebt, is het redelijk om de gangbare betekenissen in zijn tijd te veronderstellen. Want we zijn (groten)deels producten van onze tijd. Dit lijken mij twee plausibele aannames als basis voor tekstinterpretatie. Voor het beter begrijpen van hoe Bach zijn muziek heeft bedoeld.

Daarom vind ik de eerder gegeven redenering redelijk en gegrond. Informatie vergaren over Bachs opdrachtgevers, publiek, leerlingen, tijdgenoten en familieleden is zinvol. Zo leer je Bach zelf beter kennen.

Conclusie

“Useful answers [in Bach studies] are likely to be framed in terms of probabilities and possibilities, not absolute black and white dogmas.”

– David Schulenberg

Iedere musicus zou graag willen weten hoe Bach zijn eigen muziek bedoelde. HIP-muzikanten zijn daar al heel lang mee bezig. Maar zoals je hebt kunnen zien gaat dat niet zonder slag of stoot. Er zijn problemen en grenzen waar je tegenaan loopt.

Uiteindelijk interpreteer en combineer je in dit soort Bach-onderzoeken uiteenlopende data. Daarbij gebruik je allerlei aannames en betwiste methodes. En soms zijn Bach en zijn tijdgenoten het ook niet met elkaar eens. Of biedt Bach zelf verschillende interpretaties.

Dat vermindert natuurlijk de zekerheid waarmee je definitieve uitspraken over dit soort zaken kunt doen. Bach-specialist en fluitist Barthold Kuijken waarschuwt terecht: “The more we study the old sources, the more it becomes obvious that there is not a unique historical truth, valid for all times, places, styles, genres, and composers.” (Kuijken 2013, 4).

Desondanks kan je wel conclusies trekken. Ook conclusies met hoge mate van waarschijnlijkheid. Want misschien zijn we niet altijd in staat om te bepalen welke interpretatie de meest juiste is. Maar we kunnen wel onwaarschijnlijke interpretaties uitsluiten. En zo schep je duidelijke kaders zonder de vrije speelruimte voor artistieke interpretatie te verliezen.

De HIP probeert goede richtlijnen te bieden, een weloverwogen manier van kijken. Mogelijkheden en kaders waarbinnen je de muziek van Bach kan interpreteren. Maar ik plaats dat altijd in termen van waarschijnlijkheden. Verwacht géén wiskundige bewijzen of zwart-witte antwoorden.

Zoals Bach-specialist David Schulenberg beaamt: “Useful answers [in Bach studies] are likely to be framed in terms of probabilities and possibilities, not absolute black and white dogmas.” (Schulenberg 2006, 11).

Zolang je je bewust bent van deze nuances, helpt de HIP je zeker vooruit. Vooruit in het begrijpen van hoe Bach het heeft bedoeld. Of beter verwoord: Hoe Bach het ‘mogelijk’ of ‘waarschijnlijk’ al dan niet zou hebben bedoeld!

Lees mijn volgende blog over de interpretatieproblemen rondom het spelen van Bachs muziek vanuit bladmuziek.

Heb je vragen? Voel je vrij om onderaan een reactie te plaatsen!

Literatuur

  • Bach Digital voor oorspronkelijke manuscripten (autografen). Beschikbaar via https://www.bach-digital.de/content/index.xed;jsessionid=3E26BBD15CA3B5E409530E7D497B41DC?lang=en
  • David, Hans T. and Arthur Mendel. The New Bach Reader: A Life of Johann Sebastian Bach in Letters and Documents. Revised and enlarged by Christoph Wolf. New York: Norton, 1998. Afgekort NBR.
  • Koopman, Ton. Oratie: Authenticiteit in de historische uitvoeringspraktijk. Universiteit Leiden, 2008.
  • Kuijken, Barthold. The Notation is not the Music: Reflections on Early Music Practice and Performance. Indiana: Indiana University Press, 2013.
  • Marshall, Robert L. The Music of Johann Sebastian Bach: The Sources, The Style, The Significance. New York: Schirmer Books, 1989.
  • Mercier, Hugo. “Confirmation Bias.” In R. F. Pohl, Cognitive illusions: Intriguing phenomena in thinking, judgment and memory, second edition. London and New York: Routledge, 2017.
  • Mercier, Hugo and Dan Sperber (2011). Why do humans reason? Arguments for an argumentative theory. Behavioral and Brain Sciences, 34(2), 57–74. Beschikbaar via https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21447233.
  • Schulenberg, David. The Keyboard Music of J. S. Bach. New York: Routledge, 2006
  • Voermans, Erik. “Dirigent Ton Koopman: ‘Ik ken geen slechte stukken van Bach’.” Parool, 13 oktober, 2019. Beschikbaar via https://www.parool.nl/nieuws/dirigent-ton-koopman-ik-ken-geen-slechte-stukken-van-bach~b77b7690/

Was dit blog waardevol?

In mijn blogs deel ik gratis mijn kennis. Heb je een vraag of reactie? Plaats die dan onderaan dit blog in de commentsectie. Daar help ik je graag verder!

Ik ben Roy Harmanus, pianoleraar, pianist & gastdocent-conservatorium. Bekijk mijn online pianoles cursus of privé pianoles Tilburg.

Deze blogs wil je niet missen!

Online Piano Cursus

  • Akkoorden, pop & jazz
  • Persoonlijke begeleiding
  • Niet-goed-geld-terug beleid
  • Levenslang toegang

Privé Pianoles

  • Persoonlijke aandacht
  • Lessen geheel op maat
  • Van pop, jazz tot klassiek
  • Lessen op een vleugel

Online Piano Cursus

  • Akkoorden, pop & jazz
  • Persoonlijke begeleiding
  • Niet-goed-geld-terug beleid
  • Levenslang toegang

Privé Pianoles

  • Persoonlijke aandacht
  • Lessen geheel op maat
  • Van pop, jazz tot klassiek
  • Lessen op een vleugel

Laat een reactie achter!

5 1 stem
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Oudste
Nieuwste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Edmond Bergsma
6 januari 2022 09:46

Mooie site
Het blijft een persoonlijke benadering en mooi om over van gedachten te wisselen
K.Schippers schreef overigens reeds
Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is .
En die interpretatie lijkt mij heel zinvol .
“Geheimen” mogen ,nee moeten blijven bestaan ………..

5 1 stem
Artikel waardering