Alle toonladders in majeur en mineur met piano vingerzetting

Een ‘toonladder’ is een opeenvolging van een vast aantal verschillende tonen.

Dat vaste aantal kan op de piano bestaan uit een reeks van 5 tot 12 tonen. Er is sprake van een majeur- of mineurtoonladder als je een reeks van 7 verschillende tonen hebt, met specifieke toonafstanden ertussen.

Om toonladders te kunnen bouwen moet je eerst iets weten over halve en hele toonafstanden. De onderlinge afstand tussen iedere pianotoets (ongeacht zwart of wit) is altijd 0,5. Sla je één witte of zwarte pianotoets over, dan heb je dus een hele stap, oftewel 1. Zie figuur 1.

Figuur 1. Toonafstanden

Majeur en mineur toonladders hebben een vast aantal hele en halve toonafstanden. Hieronder in figuur 2 vind je die stappen met een uitwerking voor C-majeur en C-mineur als voorbeeld.

Figuur 2. De bouw van toonladders

Je hebt 12 verschillende tonen op de piano. Dus er zijn 12 majeur- en 12 mineurtoonladders.

De tekst gaat hieronder verder…

De duimen van beide handen krijgen het cijfer 1, de wijsvinger 2, de middelvinger 3, de ringvinger 4 en de pink 5. Zie figuur 3.

Figuur 3. Piano vingerzetting cijfers

Je kiest een vingerzetting die voor jou werkt. Er is geen zwart-witte wet voor één juiste vingerzetting. Zeker wanneer je vanaf een zwarte toets start, heb je meerdere goede mogelijkheden.

Hieronder volgen 4 belangrijke ‘richtlijnen’ die voor de meeste pianisten goed werken.

1. Als je toonladders speelt, plaats je géén duimen op zwarte toetsen. Een duim is namelijk een korte vinger en de zwarte toetsen liggen hoger op de piano dan de witte toetsen. Met een korte vinger een grotere afstand overbruggen is fysiek gezien onlogisch. Daarom houd je de duimen op de witte toetsen en gebruik je de andere vier vingers voor de zwarte toetsen.
2. Bij toonladders die vanaf een witte toets starten, begin je met je rechterhand meestal met een duim (1). En de linkerhand met een pink (5).
3. Bij toonladders die vanaf een zwarte toets starten, begin je met je rechterhand met een wijsvinger (2) of middelvinger (3). En de linkerhand met een middelvinger (3) of ringvinger (4).
4. Oefen toonladders eerst over ‘1 octaaf en dan 2 octaven’. Een octaaf = 8 tonen, dus vanaf een begintoon tot diezelfde toon hoger (zie figuur 4). Bij toonladders vanaf witte toetsen moet je erop letten dat je met je rechterhand de toonladder niet afrondt met de 5e vinger, maar de 1e vinger. Anders kun je ze niet over 2 octaven spelen.

Figuur 4. Octaven

Op basis van de 4 genoemde richtlijnen (en in lijn met veel pianomethodes) zijn hieronder de specifieke vingerzettingen gekozen. Ook is vooral bij de zwarte toetsen toonladders rekening gehouden met een vingerzetting die werkt wanneer je toonladders over meerdere octaven speelt.

De majeur toonladders staan in chronologisch volgorde.

Op basis van de 4 genoemde richtlijnen (en in lijn met veel pianomethodes) zijn hieronder specifieke vingerzettingen gekozen. Ook is vooral bij de zwarte toetsen toonladders rekening gehouden met een vingerzetting die werkt wanneer je toonladders over meerdere octaven speelt.

De mineur toonladders staan in chronologisch volgorde.

Je kent nu de toonladders met bijbehorende vingerzettingen. De volgende stap is om ze goed te oefenen. Hieronder volgen 3 tips: