Introductie tot de Historische uitvoeringspraktijk [deel 2]

Hoe voer je J. S. Bach (1685-1750) uit vanuit zijn historische context? Noten op papier vertellen slechts een deel van het verhaal; om de muziek werkelijk te begrijpen, is het essentieel om de historische bronnen te verkennen en je inzichten in de praktijk uit te proberen.
Historically Informed Performance (HIP), of ‘Historische uitvoeringspraktijk’, is een vakgebied dat zich al jaren met deze vraag bezighoudt. Dit is essentieel voor het begrijpen van Bachs muziek en zijn tijd, en het is onmisbaar voor elke liefhebber en serieuze student van zijn werk.
In dit tweede deel van de blogserie ‘Klassieke muziek spelen’ wordt een helder overzicht gegeven van de belangrijkste inzichten rondom HIP-ontwikkelingen, resultaten en literatuurtips voor verder onderzoek.
Inhoud
- Wat is kenmerkend voor de Historische uitvoeringspraktijk (Historically Informed Performance)?
- Vanaf mid-19e-eeuw groeit de interesse naar Bachs muziek
- Historische uitvoeringspraktijk voor Bach: achtergrond en ontwikkelingen
- Het onderzoek naar J. S. Bachs muziek vóór 1950
- Wending ná 1950 in het wetenschappelijk onderzoek naar J. S. Bach
- Tot slot: 4 kernvragen binnen de Historische Uitvoeringspraktijk voor Bachs muziek
- Literatuur
Voor een overzicht van alle blogs in de serie, klik eerst op harmanusmusic.com/blog en daarna sectie ‘klassieke muziek’.
Wat is kenmerkend voor de Historische uitvoeringspraktijk (Historically Informed Performance)?
Veel muzikanten beginnen vanuit alleen hun persoonlijke smaak en ervaring, vanuit wat intuïtief goed aanvoelt. Deze benadering houdt de focus op de eigen unieke stem, wat waardevol is, maar ook risicovol. Persoonlijke ervaringen zijn namelijk grotendeels gekleurd door de opvattingen van de eigen historische tijd, die sterk kunnen verschillen van die in Bachs tijd. Dit bewustzijn is cruciaal wanneer Bachs bladmuziek wordt bestudeerd of zijn muziek wordt beluisterd. Anders ontdekt men tijdens het instuderen en luisteren vooral de eigen (onbewuste) aannames.
Een HIP-muzikant start zijn interpretaties vanuit de muziekwetenschappelijke resultaten en niet enkel vanuit de eigen artistieke smaak. Dit betekent dat er veel moeite moet worden gedaan om de historische context van Bach en zijn muziek te ontdekken. Vanuit deze gegevens kunnen de stukken van Bach worden ingestudeerd en gespeeld. Op deze manier worden wetenschappelijke kennis, persoonlijke intuïtie en smaak samengebracht. Uiteindelijk is het doel om dichter bij de manier te komen waarop Bach het zou hebben bedoeld.
Vanaf mid-19e-eeuw groeit de interesse naar Bachs muziek
“Nineteenth-century musicians […] wished to bring Bach back to life as a born-again Beethoven.”
– George B. Stauffer
De 20e-eeuwse Historically Informed Performance (HIP) heeft een andere visie op Bachs muziek dan de muzikanten uit de 19e eeuw. Laatstgenoemden speelden Bach vooral volgens de smaak van hun eigen tijd, zonder historisch onderzoek naar de barokperiode te verrichten. Desondanks moet de bijdrage van deze muzikanten worden erkend. Hun inzet zorgde ervoor dat Bachs muziek weer populair werd en zijn werk opnieuw onder de aandacht kwam bij een breder publiek.
Daarom worden enkele ontwikkelingen rondom de hernieuwde interesse in Bachs muziek in de 19e eeuw kort belicht.
Bach uitvoeringen door bekende 19e-eeuwse componisten
Een bepalend moment in de muziekgeschiedenis is de uitvoering van Bachs werk door Felix Mendelssohn (1809-1847). In 1829 voerde deze componist de inmiddels beroemde Mattheüspassie uit. De term ‘nu’ is relevant, omdat Bachs muziek direct na zijn dood niet eens een tiende van de huidige populariteit genoot.
Mendelssohns interpretatie was geheel afgestemd op de smaak van de 19e eeuw. Dit omvatte grote koren met zowel mannen als vrouwen, veel stemvibrato, aanzienlijke volumeverschillen (crescendo’s en diminuendo’s), het toevoegen van eigen expressieve tekens en zelfs nieuwe melodieën, elementen die Bach waarschijnlijk niet zou hebben gekend. Toch was Mendelssohn een van de eersten die Bachs muziek weer onder de aandacht van het algemene publiek bracht.

Czerny’s piano-editie van Bachs Inventies & Sinfonias
19e-eeuwse Bach transcripties en arrangementen (ook voor piano)
Veel componisten hebben ook transcripties en eigentijdse versies van Bachs muziek gemaakt. Hoewel deze versies niet voldoen aan de normen van de Historically Informed Performance, zijn ze zeker het beluisteren waard. Ze bevatten prachtig gemaakte muziek met creatieve vindingen!
Robert Schumann (1810-1856) componeert pianobegeleidingen voor Bachs solo ‘Viool Sonates’ en ‘Partita’s’ en zijn ‘6 Cello Suites’. Charles Gounod (1818-1893) pakt Czerny’s versie van Bachs ‘Prelude in C’ en schrijft er een melodie boven. En dan volgens de smaak van 19e-eeuwse kerkmuziek. Dat kennen we nu als het beroemde ‘Ave Maria’. Franz Liszt (1811-1886) en Ferruccio Busoni (1866-1924) arrangeren Bachs orgelmuziek en koralen voor piano. Ignaz Moscheles (1794-1870) vult de ‘Preludes’ uit Bachs ‘Well-tempered Clavier’ aan met nieuwe cello-melodieën. En Max Reger (1873-1916) componeert een derde melodielijn bij Bachs 2-stemmige ‘Inventies’ voor zijn orgeltrio ‘Schule des Triospiels’ in 1903.

Bachs Cello Sonate met pianobegeleiding
Aan creativiteit ontbreekt het zeker niet. Echter, deze ‘romantische’ uitvoeringen zijn voor HIP-muzikanten ongewenst. George B. Stauffer verwoordt dit als volgt: “Nineteenth-century musicians evinced little desire to return to Baroque performance practices. Instead, they wished to bring Bach back to life as a born-again Beethoven, as a Romantic colleague taking direct part in the music-making.” (Stauffer 2010, 60).
Daarom is verandering noodzakelijk. Bach moet worden uitgevoerd zoals ‘Bach het zou hebben bedoeld’. Voor HIP-muzikanten is er geen plaats meer voor Bach in een 19e-eeuws ‘romantisch’ jasje.
De tekst gaat hieronder verder…
Historische uitvoeringspraktijk voor Bach: achtergrond en ontwikkelingen
“Hoe speel je Bach ‘zoals Bach het heeft bedoeld’?”
De kernvraag van de Historically Informed Performance (HIP) is eenvoudig: hoe speel je Bach ‘zoals Bach het heeft bedoeld’, en niet zoals het in de 19e eeuw werd gedaan?
Om hierop een antwoord te vinden, is het nodig om verschillende muziekgebieden tegelijk te onderzoeken. Dit houdt in dat je historische documenten en manuscripten bestudeert, en ook replica-instrumenten bouwt en uitprobeert. Dit vraagt om samenwerking tussen verschillende vakgebieden, zoals muziekwetenschappers, muziektheoretici, artiesten en instrumentenbouwers.
Deze ontwikkeling is al meer dan een eeuw aan de gang en heeft geleid tot interessante resultaten. Hieronder volgt een kort overzicht van de eerste pogingen vóór 1950 en de meer degelijke wetenschappelijke studies die na 1950 zijn gestart.
Het onderzoek naar J. S. Bachs muziek vóór 1950
Bach biografieën
Er ontstaan nieuwe Bach-biografieën door C. H. Bitter (1865) en P. Spitta (1873-1880) . Deze biografieën zijn nog 19e-eeuws gekleurd. Maar ze presenteerden voor het eerst documenten uit de archieven die iets over Bachs aanwijzingen voor muziekuitvoering bevatten.
Bach replica-instrumenten
Bachs muziek op klavecimbels spelen is tegenwoordig heel gebruikelijk, maar dat was niet het geval aan het begin van de 20e eeuw. Arnold Dolmetsch bouwde rond deze tijd de eerste kopieën van instrumenten uit Bachs periode, wat werkelijk pionierswerk was.
De beroemde pianist Wanda Landowska populariseerde rond 1912 het spelen van Bach op Pleyel-klavecimbels, vooral door haar vurige uitvoeringen. Hoewel haar aanpak mogelijk niet in lijn was met de principes van Historically Informed Performance, zorgde ze er wel voor dat het klavecimbel op de kaart werd gezet.
Dankzij deze muzikanten en instrumentenbouwers is het spelen van Bach op klavecimbel tegenwoordig heel gewoon.
Boeken over hoe je Bach moet spelen
De eerder genoemde klavecimbelbouwer Arnold Dolmetsch publiceerde in 1915 zijn baanbrekende werk The Interpretation of the Music of the XVII and XVIII Centuries. Dit boek geldt als een klassieker op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk van barokmuziek. Dolmetsch baseerde zijn inzichten op traktaten en documenten uit Bachs tijd, wat een nieuwe benadering met zich meebracht.
Daarnaast werd er onderzoek gedaan naar de instrumenten die Bach gebruikte en de samenstelling van zijn ensembles. Dit omvatte vragen over het type instrumenten, het aantal instrumenten, en meer. Zie bijvoorbeeld de werken van C. S. Terry (1932) en Schering (1936, 1941).
Het gebruik van bronnen en archiefmateriaal voor het reconstrueren van Bachs uitvoeringspraktijk werd steeds gangbaarder. Wetenschappelijk gezien zijn er echter nog enkele tekortkomingen in deze benadering.
Bachs bladmuziek in Urtext-edities (C. F. Peters en de Bach-Gesellschaft)
Voor het eerst in de geschiedenis worden alle vroege manuscripten van een muziekstuk van Bach bestudeerd om één betrouwbare reconstructieversie te maken. Dit wordt een ‘kritische editie’ of Urtext genoemd. De uitgeverij C. F. Peters publiceert de complete orgelwerken, waarbij de onderzoeker Friedrich Conrad Griepenkerl echt pionierswerk verricht.
Daarnaast publiceert de bekende uitgeverij Bach-Gesellschaft tussen 1851 en 1899 de ‘Bach-Gesamt Ausgabe’. Deze vrijwel ‘schone versie’ van de bladmuziek, zonder extra toegevoegde tekens, voldoet nog niet aan onze huidige academische maatstaven, maar vormt wel een belangrijke eerste stap. Tegenwoordig spelen veel pianisten nog steeds uit de BG-edities, die vaak gratis online te vinden zijn. Later wordt deze editie grotendeels vervangen door de ‘Neue Bach Ausgabe’, die nu meer als de norm geldt.
De tekst gaat hieronder verder…
Wending na 1950 in het wetenschappelijk onderzoek naar J. S. Bach
Deze voorgaande ontwikkelingen zijn interessant, maar het wetenschappelijk gehalte kon hoger. Voor 1950 werd onderzoek vooral gedaan door individuele onderzoekers en zonder de moderne digitale middelen. Na 1950 werden er Bach-instituten opgericht waardoor Bach-studies meer geïnstitutionaliseerd werden. Twee belangrijke instituten zijn de Bach-Archiv Leipzig en Johann-Sebastian-Bach-Institut Göttingen.
Institutionalisering, technologische vernieuwingen en digitalisering zijn wetenschappelijk gezien een grote stap voorwaarts. Ze zorgen ervoor dat wetenschappers hun krachten bundelen, beschikken over betere onderzoekstools en overal ter wereld toegang hebben tot de belangrijke bronnen (Bärwald 2017). Tegenwoordig hebben we de goede digitale scans van oorspronkelijke manuscripten van Bach online beschikbaar. Evenals overzichten van alle publicaties rondom Bach.
Hieronder zet ik een aantal belangrijke ontwikkelingen op een rij.
Nieuwe Bach replica-instrumenten
Er ontstaan na 1950 betere replica-instrumenten, gebouwd door o.a. Martin Skowronek, William Dowd en Frank Hubbard. Rond 1970 had je 17e- en 18e-eeuwse orgelreplica’s, gebouwd door o.a. Jürgen Ahrend, Charles Fiske en Gene Bedient.
Als je meer wilt weten over de historische achtergrond van klavecimbels is Hubbards ‘Three Centuries of Harpsichord Making’ (1965) een goed begin. Neem ook een kijkje op de website van ‘Stichting Clavecimbel Genootschap Nederland’.

Frank Hubbards klavecimbel-replica (http://www.hubharp.com/)
Neue Bach-Ausgabe (Urtext)
Vanaf 1954 komt er een nieuwe kritische-editie van Bachs bladmuziek: de ‘Neue Bach-Ausgabe’ (NBA). Deze Urtext-editie is nu vrijwel de standaard – met enige kanttekeningen – voor bladmuziek van Bach. Hij vervangt grotendeels de eerdere BG-editie.
Tip voor muzikanten: je kan veel gratis NBA-bladmuziek vinden op IMSLP, behalve voor piano. De volledig collectie kun je kopen bij uitgeverij Baerenreiter.
Wel even een kanttekening: Hoe goed een Urtext ook is, het blijft wetenschappelijk giswerk. Zoals Bach-specialist Robert L. Marshall zegt: “[…] one can rarely achieve more than a rendering that is consistent and plausible and that just may reflect Bach’s intention. But that can almost never be proven. What one quite frankly settles for in most cases, then, is a fairly reasonable fiction.”
In het blog over de problemen voor de muziekinterpretatie van bladmuziek lees je hierover meer.

Bachs beroemde ‘Musikalisches Opfer’ (NBA-uitgave)
Nieuwe boeken over hoe je Bach moet spelen
In 1963 schrijft Robert Donington ‘The Interpretation of Early Music’, een verfijning van Dolmetsch’ werk over de uitvoeringspraktijk van Bachs muziek.
Ook wordt er nieuw brononderzoek gedaan door Alfred Dürr, Georg von Dadelsen, Robert Marshall en Christoph Wolff. Zij kwamen met nieuwe informatie over hoe je Bach moet uitvoeren (Stauffer 2010, 274). Nog steeds grote namen in het veld die je zeker moet kennen.
Bronnen en naslagwerken voor Bach-studies
Er zijn minstens drie essentiële researchtools die niet mogen ontbreken bij zelfstudie naar Bach, exclusief de NBA-editie.
Allereerst is er de wetenschappelijke literatuur, met het vooraanstaande Bach-Jahrbuch, dat toonaangevend is op het onderzoeksgebied van Bach. Dit tijdschrift bevat baanbrekende wetenschappelijke artikelen in het Duits. De eerste redacteur was Arnold Schering (1904), en momenteel is Peter Wollny verantwoordelijk voor de redactie.
Voor diegenen die de voorkeur geven aan Engelstalige tijdschriften zijn er Bach: Journal of the Riemenschneider Bach Institute en Bach Perspectives.
Daarnaast is de website Bach Bibliography van groot belang. Hier vind je een vrijwel compleet overzicht van alle publicaties over Bach, variërend van peer-reviewed journals tot ongepubliceerde papers. Deze database is tot stand gekomen door een samenwerking tussen het Bach-Archiv Leipzig en Yo Tomita.
Ten tweede is er het standaardwerk The New Bach Reader (afgekort BR), de herziene editie uit 1998. Dit is de Engelse versie van het uitgebreidere Duitse Bach-Dokumente (afgekort BD). In dit boek vind je een compilatie van de belangrijkste oorspronkelijke historische documenten over Bach, inclusief vrijwel alle documenten van Bach zelf en zijn tijdgenoten. Alles is overzichtelijk bijeengebracht, zodat je gemakkelijk de oorspronkelijke bronnen in Engelse vertaling kunt lezen. Dit werk is ook beschikbaar in e-bookformaat.
Ten derde biedt de website Bach Digital toegang tot gedigitaliseerde originele en kopieën van Bachs manuscripten. Hier vind je wat we ‘autografen’ en ‘apografen’ noemen.
Met deze tools krijg je eenvoudig toegang tot de belangrijkste bronnen!
HIP muzikanten
De uitvoerende muzikanten kwamen vanaf 1971 met nieuwe ‘historisch-geïnformeerde’ opnames van Bachs muziek. De Bach-cantate opnames van Nikolaus Harnoncourt (1929-2016) en Gustav Leonhardt (1928-2012) bijvoorbeeld waren baanbrekend. Dit was een eerste experiment-lab voor nieuwe HIP-ideeën. Zij zetten vanaf dan een geheel nieuwe standaard voor Bach uitvoeringen.
Op de schouders van deze pioniers staan latere Bach-specialisten als Ton Koopman (1944). Je ziet Koopman meestal het orkest dirigeren vanuit het klavecimbel. Dat kan je misschien opvallend vinden, maar dat was de standaardpraktijk van de 18e-eeuw. Bach componeerde, speelde en dirigeerde zijn muziekstukken.
Interessante kijktip: Ton Koopman is op zijn oude dag op YouTube begonnen met ‘vlog-series’ vanuit zijn huis in Bussum. Een aanrader om te kijken. Hij neemt je heel persoonlijk mee op reis in de wereld van Bach.
Voor luistertips en ‘wie is wie’ in de HIP-muzikantenscène lees mijn volgende twee blogs over klavecinisten/toetsenisten en orkesten/ensembles.
Tot slot: 4 kernvragen binnen de Historische Uitvoeringspraktijk voor Bachs muziek
De HIP wil zijn interpretaties doen vanuit de muziekwetenschappelijke resultaten. Niet alleen vanuit een persoonlijke artistieke ingeving. Als je als muzikant de HIP-benadering gebruikt, leer je bij alles vraagtekens te plaatsen. Je neemt niets klakkeloos aan. Wat hoort bij een goede ‘wetenschappelijke’ insteek.
In elk HIP-onderzoek spelen dan ook steeds 4 kernvragen een hoofdrol. Ton Koopman (2008) vat ze kernachtig samen:
- Wat waren de bedoelingen van de componist?
- Hoe komen we in het bezit van een goede en correctie notentekst?
- Hebben we het juiste historische instrument dat we kunnen gebruiken?
- Hoe is het met onze kennis van de rol van de improvisatie, stijl, tempo, etc.?
Gedurende deze blogserie zoomen we in op die vragen zelf voordat we concrete antwoorden gaan zoeken. Want die vragen beantwoorden lijkt simpel. Maar niets is minder waar. Kun je een ‘bedoeling’ van een overleden componist die je niet kan interviewen achterhalen? Hoe dan? Biedt een Urtext ons wel de juiste tekst? Met welke zekerheid kunnen we dit soort vragen werkelijk beantwoorden? Wat zijn de problemen die je tegenkomt als je naar antwoorden zoekt? Is HIP-onderzoek wel zo veelbelovend als zij zelf claimt?
We zijn er nog lang niet. Het blijft vooralsnog een never-ending maar zéér interessante ontdekkingsreis.
In het volgende blog nemen we een andere invalshoek: we gaan luisteren naar grote namen in de HIP-wereld!
Literatuur
- Bach Bibliography voor een vrijwel compleet overzicht van wetenschappelijke publicaties. https://www.qub.ac.uk/tomita/bachbib/.
- Bach Digital voor oorspronkelijke manuscripten (autografen). https://www.bach-digital.de/content/index.xed;jsessionid=3E26BBD15CA3B5E409530E7D497B41DC?lang=en.
- Bach-Gesellschaft Ausgabe voor bladmuziek. https://imslp.org/wiki/Bach-Gesellschaft_Ausgabe_(Bach,_Johann_Sebastian).
- Bach-Jahrbuch 1904-2019. Edited by Peter Wollny. https://www.neue-bachgesellschaft.de/the-nbg-the-association/bach-annals/?lang=en.
- BACH: Journal of the Riemenschneider Bach Institute. https://www.jstor.org/journal/bach.
- Bach Perspectives. https://www.americanbachsociety.org/perspectives.html.
- Bärwald, Manuel. “Recent Research Developments.” In The Routledge Research Companion to Johann Sebastian Bach, edited by Robin A. Leaver, 475-484. New York: Routledge, 2017.
- Bitter, Carl Hermann. The Life of J. Sebastian Bach, translated by Janet Elizabeth Kay-Shuttleworth. London Houlston, 1873.
- David, Hans T. and Arthur Mendel. The New Bach Reader: A Life of Johann Sebastian Bach in Letters and Documents. Revised and enlarged by Christoph Wolf. New York: Norton, 1998.
- Dolmetsch, Arnold. The Interpretation of the Music of the XVII and XVIII Centuries. London: Novello and Co., 1915.
- Donington, Robert. The Interpretation of Early Music. London, 1963. Revised edition. London, 1974.
- Hubbard, Frank. Three Centuries of Harpsichord Making. Cambridge, MA: Harvard University Press, 1965.
- Koopman, Ton. Oratie: Authenticiteit in de historische uitvoeringspraktijk. Universiteit Leiden, 2008.
- Kuijken, Barthold. The Notation is not the Music: Reflections on Early Music Practice and Performance. Indiana: Indiana University Press, 2013.
- Marshall, Robert L. The Music of Johann Sebastian Bach: The Sources, The Style, The Significance. New York: Schirmer Books, 1989.
- Neue Bach-Ausgabe voor bladmuziek. https://imslp.org/wiki/Neue_Bach-Ausgabe_(Bach,_Johann_Sebastian).
- Schering, Arnold. Johann Sebastian Bachs Leipziger Kirchenmusik. Wiesbaden: Breitkopf & Härtel, 1936.
- Schering, Arnold. Johann Sebastian Bach und das Musikleben Leipzigs im 18. Jahrhundert. Leipzig: Kistner & Siegel, 1941.
- Spitta, Philipp. Johann Sebastian Bach: His Work and Influence on the Music of Germany, 1685–1750. In three volumes. Translated by Clara Bell and John A. Fuller Maitland. London: Novello & Co, 1899.
- Stauffer, George B. “Changing Issues of Performance Practice.” In The Cambridge Companion to Bach, edited by John Butt, 260-277. Cambridge: Cambridge University Press, 2010.
- Terry, Charles Sanford. Bach’s Orchestra. Oxford: Oxford University Press, 1932. Reprint 1961.
Was dit blog waardevol?
In mijn blogs deel ik gratis mijn kennis. Heb je een vraag of reactie? Plaats die dan onderaan dit blog in de commentsectie. Daar help ik je graag verder!
Ik ben Roy Harmanus, pianoleraar, pianist & gastdocent-conservatorium. Bekijk mijn online pianoles cursus of privé pianoles Tilburg.
Deze blogs wil je niet missen!
5 problemen voor de muziekinterpretatie van bladmuziek [deel 6]
In deze diepte-blogserie ‘klassieke muziek interpreteren’ (deel 6): 5 problemen voor de muziekinterpretatie van bladmuziek.
Kan je weten hoe een klassieke componist zijn muziek heeft bedoeld? [deel 5]
Muziek van J. S. Bach spelen? In deze diepte-blogserie ‘klassieke muziek interpreteren’ (deel 5) de vraag: Kan je weten hoe J. S. Bach zijn muziek heeft bedoeld?
15 bekende HIP barokorkesten [deel 4]
Muziek van J. S. Bach spelen? In deze diepte-blogserie ‘klassieke muziek interpreteren’ (deel 4) geef ik je 15 bekende orkesten uit de Historically Informed Performance die je moet kennen!
10 bekende HIP-klavecimbelspelers [deel 3]
Muziek van J. S. Bach spelen? In deze diepte-blogserie ‘klassieke muziek interpreteren’ (deel 3) geef ik je 10 bekende klavecimbelspelers uit de Historically Informed Performance!
Introductie tot de Historische uitvoeringspraktijk [deel 2]
Muziek van J. S. Bach spelen? In deze diepte-blogserie ‘klassieke muziek interpreteren’ (deel 2) de Historically Informed Performance: achtergrond, ontwikkelingen en muzikanten.
Alle kerktoonladders praktisch en visueel uitgelegd
Uitleg en een handig overzicht van kerktoonladders (modi)
Gratis bladmuziek online downloaden
In dit blog vind je goede websites waar je gratis bladmuziek kunt downloaden.
Noten leren lezen voor beginners (websites en apps)
Wil jij noten lezen of bladmuziek lezen oefenen? Hier vind je handige websites en 3 apps voor beginners. Op je eigen tijden en tempo!
Handige websites voor Muziektheorie en Solfège
De beste websites voor solfège en muziektheorie. Ook met goede trainingen en muziekopdrachten die je zelfstandig kunt doen.
Alle 7-akkoorden uitgelegd én septiem akkoorden overzicht
Uitleg en een handig piano-overzicht van septiem akkoorden, in chronologische volgorde.